Tegenwoordig wil iedereen dashboards. Online omgevingen waar je vaak heel veel grafieken en cijfers ziet. Omzetcijfers van het afgelopen jaar, klanttevredenheid, NPS, Churn, Google Analytics-data, webstatistieken, conversies, het wordt allemaal in dashboards gezet. We zijn er gek op. Maar hoe groot is de toegevoegde waarde van zo'n dashboard?
Als je als bedrijf dashboard hebt, verzamel je data en doe je iets met die gegevens - heel goed! De praktijk is echter weerbarstiger. Want wees nou eerlijk; wie gebruikt een dashboard nou echt om slimmere beslissingen te nemen? Hoe vaak kijk je er nou eigenlijk naar? 1 keer, 2 keer? Gebruikt de hele organisatie de inzichten uit dashboards of zijn het een handjevol dataspecialisten die er af en toe een blik op werpen? De tijd die in de ontwikkeling wordt gestopt is vaak vele malen groter dan de tijd die er naar een dashboard wordt gekeken.
Om de proef op de som te nemen, adviseerde ik een keer een dataspecialist die bij een groot bedrijf werkt en met deze vraag naar mij toe kwam, om een keer willekeurig een aantal dashboards uit te zetten. Je moet je voorstellen - een grote organisatie heeft 100, misschien wel 200 dashboards in omloop. Wat gebeurde er toen een deel van deze dashboards werd uitgezet? Van slechts 10% van de dashboards had de business door dat deze niet meer te vinden waren en dus uit stonden. Bij de overige 90% werd maandenlang niet eens opgemerkt dat deze niet meer toegankelijk waren.
Conclusie: het merendeel van de dashboards waren eigenlijk ‘voor spek en bonen’ dashboards. Zonde.
Het moraal van dit verhaal is dat dashboards een middel zijn om met data betere beslissingen te nemen. Het is geen doel op zich. Want dan krijg je tientallen zo niet honderden dashboards waar niemand naar kijkt. Waarom wil je een dashboard maken; enkel omdat we de data hebben? Bedenk ook wat de doelgroep is voor het dashboard. Als het voor dataspecialisten bedoeld is, dan is het geen probleem dat er honderd grafieken in staan, dat het er niet strak uitziet en dat er 100 filteropties inzitten.
Echter, als het bedoeld is voor business people, bijvoorbeeld accountmanagers, marketeers of brand managers, wees je er dan van bewust dat het dashboard andere criteria moet hebben. En laat dat nou net de functiegroepen zijn die vaak achterlopen op het gebruik van data en waar je een enorme win, hebt als je die groep dashboards laat gebruiken in het dagelijkse werk. Voor deze doelgroep moet een dashboard ‘business proof’ zijn.
Om datagedreven werken van de grond te krijgen, moet je de drempel verlagen, maar vooral ervoor zorgen dat er een reden is om er mee aan de slag te gaan. En dat is dat een dashboard cruciaal is om bepaalde doelstellingen te bepalen en een middel om succesvoller te zijn in je werk. Pas dan ga je echt waarde uit data halen en verdien je die geïnvesteerde data euro in no-time terug.
Geeft direct antwoord op een specifiek business-issue. Bijvoorbeeld merkbekendheid, aantal websitebezoeken, rendement op marketing, et cetera. Je weet dus meteen waar je naar kijkt en waar je een antwoord op kunt vinden. Kill your darlings: stop niet alle toffe data die je hebt in een platform, maar kies de inzichten die echt een business need oplossen.
Het dashboard ziet er mooi en strak uit. Je moet er zin hebben om ernaar te kijken. Het oog wil ook wat.
Keep it simple: gebruik een hele simpele user interface.
Bron: Dit artikel is eerder gepubliceerd op De Ondernemer.